10 Al uw werken zullen U loven, Here,uw gunstgenoten zullen U prijzen;
11 zij zullen van de heerlijkheid van uw koningschap sprekenen van uw mogendheid gewagen,
12 om de mensenkinderen zijn machtige daden te verkondigenen de luisterrijke heerlijkheid van zijn koningschap.
13 Uw koningschap is een koningschap voor alle eeuwen,uw heerschappij is over alle geslachten.
14 De Here schraagt allen die vallen,Hij richt alle gebogenen op.
15 Aller ogen wachten op U,en Gij geeft hun te zijner tijd hun spijze;
16 Gij doet uw hand openen verzadigt met welbehagen al wat leeft.