10 Hij heeft geen welgevallen aan de kracht van het paard,noch behagen in de benen van de man;
11 de Here heeft welbehagen in wie Hem vrezen,die op zijn goedertierenheid hopen.
12 Jeruzalem, roem de Here,Sion, loof uw God.
13 Want Hij maakt de grendels van uw poorten sterk,Hij zegent uw kinderen in uw midden;
14 Hij geeft uw gebied vrede,Hij verzadigt u met het vette der tarwe.
15 Hij zendt zijn bevel op de aarde,zijn woord loopt zeer snel;
16 Hij geeft sneeuw als wol,Hij strooit de rijp als as,