2 Here, over uw macht verheugt zich de koning,hoezeer juicht hij over uw heil.
3 Zijn hartewens hebt Gij hem geschonken,de begeerte van zijn lippen hebt Gij niet geweigerd. sela
4 Want Gij treedt hem tegemoet met rijke zegeningen.Gij zet een kroon van fijn goud op zijn hoofd.
5 Leven vroeg hij van U; Gij gaaft het hem,lengte van dagen voor altoos en immer.
6 Groot is zijn eer door uw heil,majesteit en luister hebt Gij hem toebedeeld;
7 want Gij maakt hem rijk gezegend voor immer.Gij overstelpt hem met blijdschap voor uw aangezicht.
8 Want de koning vertrouwt op de Hereen door de goedertierenheid des Allerhoogstenwankelt hij niet.