1 Voor de koorleider. Op de wijze van: De hinde van de dageraad. Een psalm van David.
2 Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten,verre zijnde van mijn verlossing,bij de woorden van mijn jammerklacht?
3 Mijn God, ik roep des daags, en Gij antwoordt niet,en des nachts, en ik kom niet tot stilte.
4 Nochtans zijt Gij de Heilige,die troont op de lofzangen Israëls.
5 Op U hebben onze vaderen vertrouwd,zij hebben vertrouwd, en Gij deedt hen ontkomen;