4 Here, maak mij uw wegen bekend,leer mij uw paden,
5 leid mij in uw waarheid en leer mij,want Gij zijt de God mijns heils,U verwacht ik de ganse dag.
6 Gedenk uw barmhartigheid, Here,en uw gunstbewijzen,want die zijn van eeuwigheid;
7 gedenk niet de zonden van mijn jeugd, noch mijn overtredingen,gedenk mijner naar uw goedertierenheid,om uwer goedheid wil, Here.
8 Goed en waarachtig is de Here;daarom onderwijst Hij de zondaars aangaande de weg.
9 Ootmoedigen doet Hij wandelen in het recht,en Hij leert ootmoedigen zijn weg.
10 Alle paden des Heren zijn goedertierenheid en trouwvoor wie zijn verbond en zijn getuigenissen bewaren.