1 Jubelt, gij rechtvaardigen, in de Here,een lofzang betaamt de oprechten.
2 Looft de Here met de citer,psalmzingt Hem met de tiensnarige harp.
3 Zingt Hem een nieuw lied,speelt schoon op de snaren onder geschal.
4 Want des Heren woord is waarachtig,al zijn werk geschiedt in trouw;