2 Ik wil de Here te allen tijde prijzen,bestendig zij zijn lof in mijn mond.
3 In de Here beroeme zich mijn ziel;laten de ootmoedigen het horen en zich verheugen.
4 Maakt met mij de Here groot,en laat ons tezamen zijn naam verheffen.
5 Ik zocht de Here en Hij antwoordde mij,Hij redde mij uit al mijn verschrikkingen.
6 Zij schouwen naar Hem en stralen van vreugde,en hun aangezicht zal niet schaamrood worden.
7 Deze ellendige hier riep en de Here hoorde,Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden.
8 De Engel des Heren legert Zichrondom wie Hem vrezen, en redt hen.