9 Smaakt en ziet, dat de Here goed is;welzalig de man die bij Hem schuilt.
10 Vreest de Here, gij, zijn heiligen,want wie Hem vrezen, hebben geen gebrek.
11 Jonge leeuwen lijden ontbering en honger,maar wie de Here zoeken,hebben geen gebrek aan enig goed.
12 Komt, kinderen, luistert naar mij,ik zal u de vreze des Heren leren.
13 Wie is de man die het leven begeert,vele dagen wenst om het goede te genieten?
14 Bewaar uw tong voor het kwadeen uw lippen voor het spreken van bedrog;
15 wijk van het kwade en doe het goede,zoek de vrede en jaag die na.