2 want zij verdorren snel als het gras,en verwelken als het groene kruid.
3 Vertrouw op de Here en doe het goede,woon in het land en betracht getrouwheid;
4 verlustig u in de Here;dan zal Hij u geven de wensen van uw hart.
5 Wentel uw weg op de Here en vertrouw op Hem,en Hij zal het maken;
6 Hij zal uw gerechtigheid doen opgaan als het licht,en uw recht als de middag.
7 Wees stil voor de Here en verbeid Hem;wees niet afgunstig op wie zijn weg voorspoedig maakt,op de man die boze plannen smeedt.
8 Sta af van toorn en laat de grimmigheid varen,wees niet afgunstig – dat sticht louter kwaad.