35 Ik zag een goddeloze, een geweldenaar,die zich uitbreidde als een weelderige woekerplant;
36 toen iemand voorbijging, zie, hij was niet meer,ik zocht hem, maar hij was niet te vinden.
37 Sla de vrome gade en zie op de oprechte,want de man des vredes heeft nakroost;
38 maar de overtreders worden tezamen verdelgd,het nakroost van de goddelozen wordt uitgeroeid.
39 Doch het heil der rechtvaardigen is van de Here,hun schutse ten tijde der benauwdheid;
40 de Here helpt hen en doet hen ontkomen,Hij doet hen ontkomen aan de goddelozen en verlost hen,want zij schuilen bij Hem.