1 Voor de koorleider. Een leerdicht van de Korachieten.
2 Gelijk een hinde die naar waterbeken smacht,zo smacht mijn ziel naar U, o God.
3 Mijn ziel dorst naar God,naar de levende God;wanneer zal ik komenen voor Gods aangezicht verschijnen?
4 Mijn tranen zijn mij tot spijzedag en nacht,daar men de ganse dag tot mij zegt:Waar is uw God?