9 Des daags zal de Here zijn goedertierenheid gebieden,en des nachts zal zijn lied bij mij zijn,een gebed tot de God mijns levens.
10 Ik wil tot God, mijn rots, zeggen:Waarom vergeet Gij mij?Waarom ga ik in het zwartvanwege des vijands onderdrukking?
11 Met een doodsteek in mijn beenderenhonen mij mijn tegenstanders,doordat zij de ganse dag tot mij zeggen:Waar is uw God?
12 Wat buigt gij u neder, o mijn ziel,en wat zijt gij onrustig in mij?Hoop op God, want ik zal Hem nog loven,mijn Verlosser en mijn God!