9 In God roemen wij de ganse dag,uw naam zullen wij loven voor altoos. sela
10 Nochtans hebt Gij ons verstoten en te schande gemaakt,en zijt met onze heerscharen niet uitgetrokken;
11 voor de tegenstander hebt Gij ons laten wijken,en onze haters hebben naar hartelust geplunderd.
12 Gij hebt ons overgeleverd als slachtvee,ons onder de volken verstrooid;
13 Gij hebt uw volk verkocht voor een spotprijs,en zijt niet rijk geworden door hun koopsom;
14 Gij hebt ons gesteld tot smaad voor onze naburen,tot spot en hoon voor wie ons omringen;
15 Gij hebt ons tot een spreekwoord onder de volken gesteld,Gij doet de natiën over ons het hoofd schudden.