13 Dan zoeken, o dochter van Tyrus,de rijksten des volks met geschenken uw gunst.
14 Louter pracht is de koningsdochter daarbinnen,van goudbrokaat is haar kleed;
15 in kleurig geborduurde gewaden wordt zij tot de koning geleid,jonkvrouwen in haar gevolg, haar vriendinnen,worden tot u gebracht;
16 onder vreugde en jubel worden zij binnengeleid,zij komen in des konings paleis.
17 Op de plaats uwer vaderen zullen uw zonen staan,gij zult hen tot vorsten stellen over het ganse land.
18 Ik wil uw naam vermelden in alle geslachten;daarom zullen volken u loven voor altoos en immer.