1 Voor de koorleider. Van de Korachieten. Op de wijze van: De jonkvrouwen. Een lied.
2 God is ons een toevlucht en sterkte,ten zeerste bevonden een hulp in benauwdheden.
3 Daarom zullen wij niet vrezen, al verplaatste zich de aarde,al wankelden de bergen in het hart van de zee.
4 Laat bruisen, laat schuimen haar wateren,laat de bergen beven door haar onstuimigheid. sela