4 Laat bruisen, laat schuimen haar wateren,laat de bergen beven door haar onstuimigheid. sela
5 Een rivier – haar stromen verheugen de stad Gods,de heiligste onder de woningen des Allerhoogsten.
6 God is in haar midden, zij zal niet wankelen;God zal haar helpen bij het aanbreken van de morgen.
7 Volkeren woedden, koninkrijken wankelden,Hij verhief zijn stem, de aarde versmolt.
8 De Here der heerscharen is met ons,een burcht is ons de God van Jakob. sela
9 Komt, aanschouwt de werken des Heren,die verwoesting op aarde aanricht,
10 die oorlogen doet ophouden tot het einde der aarde,de boog verbreekt, de lans stukslaat,de strijdwagens met vuur verbrandt.