6 God is opgevaren onder gejuich,de Here onder bazuingeschal.
7 Psalmzingt Gode, psalmzingt,psalmzingt onze Koning, psalmzingt!
8 Want God is de Koning der ganse aarde,psalmzingt met een kunstig lied.
9 God regeert over de volken,God is gezeten op zijn heilige troon.
10 De edelen der volken zijn bijeenvergaderd,als volk van Abrahams God.Want Godes zijn de schilden der aarde;Hij is hoog verheven.