4 Hij roept tot de hemel daarboven,en tot de aarde om zijn volk te richten:
5 Vergadert Mij mijn gunstgenoten,die met Mij het verbond sluiten met offers.
6 Daar verkondigt de hemel zijn gerechtigheid,want God is rechter. sela
7 Hoor nu, mijn volk, en Ik wil spreken,Israël, en Ik wil tegen u getuigen:God, uw God, ben Ik.
8 Niet om uw offers berisp Ik u;uw brandoffers toch zijn bestendig voor Mij.
9 Ik neem uit uw huis geen stier,geen bokken uit uw kooien,
10 want Mij behoort al het gedierte van het woud,het vee op bergen, rijk aan runderen.