6 Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd,en gedaan wat kwaad is in uw ogen,opdat Gij rechtvaardig blijkt in uw uitspraak,zuiver in uw gericht.
7 Zie, in ongerechtigheid ben ik geboren,in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen.
8 Zie, Gij wilt waarheid in het verborgene,in het geheim maakt Gij mij wijsheid bekend.
9 Ontzondig mij met hysop, dan ben ik rein,was mij, dan ben ik witter dan sneeuw;
10 doe mij blijdschap en vreugde horen,laat het gebeente dat Gij verbrijzeld hebt, weer jubelen.
11 Verberg uw aangezicht voor mijn zonden,delg al mijn ongerechtigheden uit.
12 Schep mij een rein hart, o God,en vernieuw in mijn binnenste een vaste geest;