1 Voor de koorleider. Op de wijze van: Verderf niet.Van David. Een kleinood, toen hij voor Saul in de spelonk vluchtte.
2 Wees mij genadig, o God, wees mij genadig,want bij U schuilt mijn ziel;ja, in de schaduw van uw vleugelen zal ik schuilen,totdat het onheil voorbij is.
3 Ik roep tot God, de Allerhoogste,tot God, die het voor mij voleindigt.
4 Hij zal van de hemel zenden en mij verlossen,als Hij te schande gemaakt heeft wie mij vertrapt; selaGod zal zijn goedertierenheid en waarheid zenden.