1 Voor de koorleider. Op de wijze van: Verderf niet. Van David.Een kleinood, toen Saul zijn huis had laten bewaken om hem te doden.
2 Red mij van mijn vijanden, o mijn God;beveilig mij voor hen die tegen mij opstaan;
3 red mij van de bedrijvers van ongerechtigheid,en verlos mij van de mannen des bloeds.
4 Want zie, zij loeren op mijn leven;sterken willen op mij aanvallen,zonder mijn overtreding en zonder mijn zonde, Here;
5 zonder dat er ongerechtigheid is, lopen zij toe en stellen zich op.Waak op, mij ter hulpe, en zie.
6 Gij, Here, God der heerscharen, God van Israël,ontwaak om al de heidenen te straffen,heb geen genade voor alle ongerechtige verraders. sela