3 red mij van de bedrijvers van ongerechtigheid,en verlos mij van de mannen des bloeds.
4 Want zie, zij loeren op mijn leven;sterken willen op mij aanvallen,zonder mijn overtreding en zonder mijn zonde, Here;
5 zonder dat er ongerechtigheid is, lopen zij toe en stellen zich op.Waak op, mij ter hulpe, en zie.
6 Gij, Here, God der heerscharen, God van Israël,ontwaak om al de heidenen te straffen,heb geen genade voor alle ongerechtige verraders. sela
7 Des avonds komen zij terug,zij huilen als honden en lopen de stad rond.
8 Zie, zij smalen met hun mond;zwaarden zijn op hun lippen,want – wie hoort het?
9 Maar Gij, Here, belacht hen,Gij spot met al de heidenen.