1 Voor de koorleider. Naar de wijze van Jedutun. Een psalm van David.
2 Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God,van Hem is mijn heil;
3 waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil,mijn burcht, ik zal niet te zeer wankelen.
4 Hoelang zult gij op een man aanstormen?Gij allen zult omvergestoten wordenals een hellende wand, een neerstortende muur.
5 Waarlijk, zij beraadslagenom hem van zijn hoogte af te stoten,zij scheppen behagen in leugen;zij zegenen met hun mond,maar in hun binnenste vloeken zij. sela