5 Dat de natiën zich verheugen en jubelen,omdat Gij de volken in rechtmatigheid richt,en de natiën op de aarde leidt. sela
6 Dat de volken U loven, o God,dat de volken altegader U loven.
7 De aarde gaf haar gewas,God, onze God, zegent ons;
8 God zegent ons,opdat alle einden der aarde Hem vrezen.