1 Voor de koorleider. Van David. Een psalm. Een lied.
2 God staat op, zijn vijanden worden verstrooid,zijn haters vluchten voor zijn aangezicht.
3 Gelijk rook verdreven wordt, verdrijft Gij hen;gelijk was smelt voor het vuur,zo vergaan de goddelozen voor Gods aangezicht.
4 Maar de rechtvaardigen verheugen zich,zij juichen voor Gods aangezichten zijn blijde met vreugdebetoon.