33 De ootmoedigen zullen het zien, zij zullen zich verheugen;gij, die God zoekt, uw hart leve op.
34 Want de Here hoort naar de armen,en zijn gevangenen veracht Hij niet.
35 Dat hemel en aarde Hem loven,de zeeën en al wat daarin wemelt.
36 Want God zal Sion verlossenen de steden van Juda bouwen,opdat zij daar wonen en het bezitten;
37 het kroost van zijn knechten zal het beërven,en wie zijn naam liefhebben, zullen daarin wonen.