3 opdat hij niet als een leeuw mij verscheure,wegslepe, zonder dat iemand redt.
4 Here, mijn God, indien ik dàt gedaan heb,indien er onrecht kleeft aan mijn handen,
5 indien ik hem kwaad gedaan heb, die vrede met mij had,– ja, ik heb hem gered, die mij zonder oorzaak benauwde –
6 dan moge de vijand mij vervolgen en achterhalen,en mijn leven ter aarde vertreden,en mijn ziel nederwerpen in het stof. sela
7 Sta op, Here, in uw toorn,verhef U tegen de woede van hen die mij benauwen,waak op tot mijn hulp, Gij, die het recht verordent.
8 Dan moge de vergadering der natiën U omringen;keer weder boven haar naar den hoge.
9 De Here richt de volken.Doe mij recht, Here, naar mijn gerechtigheid,en naar mijn onschuld, die bij mij is.