21 Wil mijn grootheid vermeerderen,U opmaken en mij troosten.
22 Dan zal ook ik U met de harp prijzen,uw getrouwheid, mijn God;ik zal U psalmzingen met de citer,o Heilige Israëls.
23 Mijn lippen zullen jubelen, wanneer ik U zal psalmzingen,en mijn ziel, die Gij hebt verlost.
24 Ook zal mijn tong de ganse dagvan uw gerechtigheid gewagen,want zij worden beschaamd en schaamrood,die mijn onheil zoeken.