1 Voor de koorleider. Op de wijze van: Verderf niet. Een psalm van Asaf. Een lied.
2 Wij loven U, o God, wij loven,want nabij is uw naam, men vertelt uw wonderen.
3 Wanneer Ik het tijdstip gekozen heb,dan zal Ik rechtmatig richten;
4 al mogen de aarde en al haar bewoners wankelen,Ik ben het, die haar pilaren heb vastgezet. sela
5 Ik zeide tot de hoogmoedigen: Weest niet hoogmoedig;en tot de goddelozen: Heft de hoorn niet op,
6 heft uw hoorn niet op naar den hogeen spreekt niet met trotse hals.
7 Want het verhogen komt niet van oost of van west,noch uit de woestijn –