3 Wanneer Ik het tijdstip gekozen heb,dan zal Ik rechtmatig richten;
4 al mogen de aarde en al haar bewoners wankelen,Ik ben het, die haar pilaren heb vastgezet. sela
5 Ik zeide tot de hoogmoedigen: Weest niet hoogmoedig;en tot de goddelozen: Heft de hoorn niet op,
6 heft uw hoorn niet op naar den hogeen spreekt niet met trotse hals.
7 Want het verhogen komt niet van oost of van west,noch uit de woestijn –
8 maar God is rechter,Hij vernedert deze en verhoogt gene.
9 Want in des Heren hand is een bekeren de wijn bruist daarin, overvloedig gemengd;Hij schenkt daaruit tot de droesem toe,alle goddelozen op aarde moeten hem slorpende drinken.