7 Gij doet hem heersen over de werken uwer handen,alles hebt Gij onder zijn voeten gelegd:
8 schapen en runderen altegaderen ook de dieren des velds,
9 de vogelen des hemels en de vissen der zee,hetgeen de paden der zeeën doorkruist.
10 O Here, onze Here,hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde.