1 Voor de koorleider. Op de Gittit. Van Asaf.
2 Jubelt Gode, onze sterkte,juicht ter ere van Jakobs God.
3 Heft een zang aan, laat de tamboerijn horen,de liefelijke citer met de harp.
4 Blaast de bazuin op de nieuwe maan,op volle maan voor onze feestdag.
5 Want dit is voor Israël een inzetting,een verordening van Jakobs God.