15 Gelijk een vuur dat het woud verbrandt,gelijk een vlam die de bergen in laaiende gloed zet,
16 vervolg hen zó met uw storm,verschrik hen met uw wervelwind;
17 overdek hun aangezicht met schande,opdat zij uw naam zoeken, o Here.
18 Laten zij voor immer beschaamd en verschrikt worden,schaamrood worden en te gronde gaan,
19 opdat zij weten, dat alleen uw naam is: Here,de allerhoogste over de ganse aarde.