3 Mijn ziel verlangt, ja smacht naar de voorhoven des Heren;mijn hart en mijn vlees jubelen tot de levende God.
4 Zelfs vindt de mus een huis,en de zwaluw een nest voor zich,waar zij haar jongen neerlegt:uw altaren, o Here der heerscharen,mijn Koning en mijn God.
5 Welzalig zij die in uw huis wonen,zij loven U gestadig. sela
6 Welzalig de mensen wier sterkte in U is,in wier hart de gebaande wegen zijn.
7 Als zij trekken door een dal van balsemstruiken,maken zij het tot een oord van bronnen;ook hult de vroege regen het in zegeningen.
8 Zij gaan voort van kracht tot krachten verschijnen voor God in Sion.
9 Here, God der heerscharen, hoor mijn gebed,neem het ter ore, o God van Jakob! sela