29 Voor altoos zal Ik jegens hem mijn goedertierenheid bewarenen mijn verbond zal voor hem vast blijven;
30 zijn nakroost zal Ik voor immer doen voortbestaan,en zijn troon als de dagen des hemels.
31 Indien zijn zonen mijn wet verlaten,en niet naar mijn verordeningen wandelen;
32 indien zij mijn inzettingen ontwijden,en mijn geboden niet onderhouden,
33 dan zal Ik hun overtreding met de roede bezoeken,en hun ongerechtigheid met plagen;
34 maar mijn goedertierenheid zal Ik hem niet onthouden,mijn trouw zal Ik niet verloochenen,
35 mijn verbond zal Ik niet ontwijden,noch veranderen wat over mijn lippen gekomen is.