37 Zijn nakroost zal voor altoos bestaan,zijn troon zal als de zon vóór Mij zijn;
38 als de maan zal hij voor altoos vaststaan,en de getuige aan de hemel is getrouw. sela
39 Toch hebt Gij verstoten en versmaad,Gij zijt verbolgen geweest op uw gezalfde;
40 het verbond met uw knecht hebt Gij teniet gedaan,zijn kroon ter aarde toe ontwijd;
41 al zijn muren hebt gij verbroken,zijn vestingen tot een puinhoop gemaakt;
42 allen die op de weg voorbijgingen, plunderden hem,hij werd een smaad voor zijn naburen;
43 Gij hebt de rechterhand van zijn tegenstanders verhoogd,Gij hebt al zijn vijanden verheugd;