50 Waar zijn, o Here, uw vroegere gunstbewijzen,die Gij in uw trouw aan David hebt gezworen?
51 Gedenk, Here, de smaad, uw knechten aangedaan;hoe ik in mijn boezem (de hoon) van alle grote volken draag,
52 waarmee uw vijanden smaden, o Here,waarmee zij smaden de voetsporen van uw gezalfde!
53 Geloofd zij de Here voor eeuwig.Amen, ja amen.