1 God der wrake, Here,God der wrake, verschijn in lichtglans.
2 Verhef U, Richter der aarde,breng vergelding over de hovaardigen.
3 Hoelang nog zullen de goddelozen, o Here,hoelang nog zullen de goddelozen juichen?
4 Zij smalen, spreken verwaten taal,al die bedrijvers van ongerechtigheid voeren een hoog woord;
5 uw volk, o Here, vertreden zij,en uw erfdeel verdrukken zij;
6 weduwe en vreemdeling doden zij,en wezen vermoorden zij;