15 want de rechtspraak zal weer rechtvaardig worden,alle oprechten van hart zullen zich daarbij aansluiten.
16 Wie treedt voor mij op tegen de slechtaards?Wie stelt zich voor mij tegen de bedrijvers van ongerechtigheid?
17 Indien de Here mijn hulp niet was geweest,mijn ziel zou bijna in de stilte gewoond hebben.
18 Als ik dacht: Mijn voet wankelt –dan ondersteunde mij uw goedertierenheid, o Here.
19 Bij de veelheid van mijn gedachten in mijn binnensteverkwikten uw vertroostingen mijn ziel.
20 Hebt Gij iets gemeen met de zetel van het verderf,die onder schijn van recht onheil sticht?
21 Zij maken jacht op het leven van de rechtvaardige,en onschuldig bloed verklaren zij schuldig.