1 Komt, laat ons jubelen voor de Here,juichen ter ere van de rots onzes heils.
2 Laat ons met lofzang voor zijn aangezicht komen,ter ere van Hem juichen bij snarenspel.
3 Want de Here is een groot God,een groot Koning, boven alle goden,
4 in wiens hand de diepten der aarde zijn,en wiens de toppen der bergen zijn;