6 majesteit en luister zijn voor zijn aangezicht,sterkte en glorie in zijn heiligdom.
7 Geeft de Here, gij geslachten der volken,geeft de Here heerlijkheid en sterkte.
8 Geeft de Here de heerlijkheid van zijn naam,brengt offer en komt in zijn voorhoven.
9 Buigt u neder voor de Here in heilige feestdos,beef voor zijn aangezicht, gij ganse aarde.
10 Zegt onder de volken: De Here is Koning,vast staat nu de wereld, zodat zij niet wankelt;Hij zal de volken richten in rechtmatigheid.
11 De hemel verheuge zich, de aarde juiche,de zee bruise en haar volheid,
12 het veld en al wat daarop is, verblijde zich;dan zullen alle bomen des wouds jubelen