3 Hij heeft gedacht aan zijn goedertierenheiden aan zijn trouw jegens het huis Israëls;alle einden der aarde hebben aanschouwd het heil van onze God.
4 Juicht de Here, gij ganse aarde,breekt uit in gejubel en psalmzingt.
5 Psalmzingt de Here met de citer,met de citer en met luide zang,
6 met trompetten en met bazuingeschal;juicht voor de Koning, de Here.
7 De zee bruise en haar volheid,de wereld en wie erin wonen;
8 dat de stromen in de handen klappen,de bergen tezamen jubelen
9 voor het aangezicht des Heren, want Hij komtom de aarde te richten;Hij zal de wereld richten in gerechtigheiden de volken in rechtmatigheid.