20 Wanneer U de duisternis laat invallen,begint de nacht en alle dieren laten van zich horen.
21 Jonge leeuwen willen op jacht naar voedsel,zij vragen God hun eten te geven.
22 Wanneer het 's morgens licht wordt,gaan zij slapen in hun hol.
23 Dan beginnen de mensen te levenen te werken tot de avond valt.
24 U hebt zo geweldig veel gemaakt, Here.U hebt alles met wijsheid gemaakt.De hele aarde is vol van uw schepping.
25 De zee bijvoorbeeld,groot en uitgestrekt ligt zij daarvol kleine en grote dieren,ontelbaar zijn ze.
26 Er varen schepen op.Het grote zeemonster Leviatanleeft in de zee,hij is als speelgoed voor U.