1 Een bedevaartslied.Laat Israël het volgende zeggen:sinds de tijd dat ons volk ontstond,zijn wij onderdrukt.
2 Van het begin af aanhebben zij ons in moeilijkheden gebracht,maar zij hebben ons niet overwonnen.
3 Zij hebben ons onderdrukten zelfs gemarteld.
4 Maar de Here, die rechtvaardig oordeelt,heeft de touwen waarmee de ongelovigenons hadden vastgebonden doorgesneden.
5 Alle volken die Jeruzalem haten,zullen te kijk worden gezet en wegvluchten.
6 Zij lijken op gras dat op de daken groeiten al is verdord voor het wordt uitgetrokken.
7 Het kan zelfs niet meer als hooi dienen.
8 Voor zulke mensen geldt niet de zegenwens:‘Ik bid dat de Here u zegent.’Ook niet:‘Wij zegenen u in de naam van de Here.’