1 Een bedevaartslied van David.Wat was ik blij toen men mij voorsteldesamen naar het huis van de Here te gaan.
2 Jeruzalem, wij staan in uw poorten.
3 Jeruzalem is een goed gebouwde stad,
4 waar de stammen van het volk naar toe gaan.Alle stammen die bij de Here horen.Het is een voorschrift voor het volk de Here te prijzen.
5 Want in Jeruzalem wordt rechtgesprokenen het huis van David is er gevestigd.
6 Bid voor de vrede van Jeruzalem,dat ieder die van de stad houdt,rust mag ervaren.
7 Laat er vrede heersen binnen de murenen rust in elke stadswijk.
8 Ter wille van mijn broersen vrienden zeg ik tot de stad:‘laat er vrede in u zijn.’
9 En ter wille van het huis van onze Here Godzal ik het goede zoekenvoor de stad Jeruzalem.