19 Dat duurde totdat God zijn woord liet uitkomen.De Here zorgde dat hem recht werd gedaan.
20 De koning van Egypte stuurdeeen boodschap naar de gevangenisdat hij moest worden vrijgelaten,de machtige heerser gaf hem de vrijheid terug.
21 Hij gaf Jozef zijn vertrouwenen een hoge positie,hij werd zelfs onderkoning.
22 Jozef mocht alle bezittingen beherenen de leiders van Egypte leerden veel van zijn wijsheid.
23 Toen Jakob en zijn familienaar het land Egypte waren gekomenen daar als vreemdelingen tussen de mensen woonden,
24 maakte God het volk steeds groter.Ook werd het machtiger dan wie ook.
25 Daardoor maakte Hijdat de tegenstanders het volk gingen hatenen hen met list tegemoet traden.