5 Door honger en dorst waren zijaan het eind van hun krachten.
6 Toen riepen zij in hun ellende tot de Hereen Hij redde hen uit al hun angst.
7 Hij liet hen lopenop een goed begaanbare wegdie leidde naar een stadwaar ook voor hen een huis was.
8 Laten zij de goedheid en liefde van de Here prijzenen Hem ook eren om alle wonderendie Hij voor de mensen heeft gedaan.
9 Maar ook omdat Hijde dorstige mensen te drinken heeft gegevenen de hongerigen heeft voorzien van voedsel.
10 Er waren ook mensendie in de duisternis moesten leven.Zij zaten, lichamelijk of geestelijk, vastgebonden.
11 Dat kwam doordat zijniet wilden luisteren naar wat God zei.Zij wisten het zelf beter!Zij sloegen de raadgevingen van God,de Allerhoogste, in de wind.