8 Laat hem jong stervenen laat een ander zijn taak overnemen.
9 Zijn kinderen zullen wezen wordenen zijn vrouw gaat het leven verder als weduwe door.
10 Laten zijn kinderen maar overal ronddwalenen bedelen voor de kost,zij zullen overal weggejaagd worden.
11 De man bij wie hij schulden heeft,zal zijn bezit opeisen,laten vreemdelingen maar plunderenwat hij met veel moeite bij elkaar verzamelde.
12 Ik hoop dat er niemand isdie hem nog enige liefde bewijst,dat niemand zorgtvoor zijn tot wees geworden kinderen.
13 Zijn nageslacht moet worden uitgeroeid,zijn naam mag in de volgende generatie al niet meer bestaan.
14 De zonden van zijn ouders en vooroudersmoeten de Here voor ogen blijven staan.