1 Toen het volk Israël wegtrok uit Egypteen het volk verliet dat een vreemde taal sprak,
2 koos God het gebied van Juda uitals zijn heilige woonplaats,het land Israël was zijn gebied.
3 De Rietzee zag het volk komenen week uiteen om het door te laten.Hetzelfde gebeurde met de Jordaan:ook die stremde haar water en bood een doorgang.
4 De bergen leken op springende schapenen de heuvels op dartelende lammetjes.