4 De bergen leken op springende schapenen de heuvels op dartelende lammetjes.
5 Waarom week de zee uiteen?Waarom bood de Jordaan een doorgang?
6 Waarom leken de bergen op springende schapenen de heuvels op lammetjes?
7 Laat de hele aarde beven als de Here komt,beven wanneer de God van Jakob zijn gezicht laat zien.
8 Want Hij veranderde de rots in een waterbronen droge, dorre stenen gaven water.